Diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning of besloten erf waarop woning staat
In artikel 311 lid 1 sub c Sr. is strafbaar gesteld:
"diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt".
Deze vorm van diefstal wordt aangeduid als een gekwalificeerde diefstal en kent een hogere straf dan de eenvoudige diefstal, te weten een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar.
Wanneer de diefstal ook nog eens door twee of meer personen wordt gepleegd (in vereniging) en/of er sprake is van braak, verbreking, inklimming of het gebruik van een valse sleutel, bedraagt de maximale gevangenisstraf zelfs 9 jaren!
Van deze vorm van gekwalificeerde diefstal is uitsluitend sprake indien de diefstal niet alleen plaatsvindt gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, maar deze ook in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich daar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, wordt uitgevoerd.
Gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd
Of er sprake is van voor de nachtrust bestemde tijd moet worden verstaan, zal steeds afhangen van de plaatselijke omstandigheden. Het is niet van belang of de bewoner van de woning zelf op dat moment pleegt te slapen.
In het algemeen wordt wel de tijd tussen 22:00 uur en 07:00 uur aangehouden.
Woning of besloten erf waarop woning staat
Een woning is de plaats waar de mens feitelijk zijn privéleven leidt en die hij van de buitenwereld afsluit. Het moet een bewoonde woning zijn, in die zin dat de woning zelf in gebruik is. Niet is vereist dat de bewoner op het moment van de diefstal ook zelf thuis is.
Onder een woning wordt ook verstaan:
- Een woonwagen,
- Een woonschip
- Een camper
Voorwaarde is wel dat het gaan om woningen of bewoonbare vervoersmiddelen, voor permanent verblijf.
Tenlastelegging buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
Regelmatig komt het voor dat de officier van justitie wel in de tenlastelegging opneemt dat de diefstal plaatsvond gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning of op een besloten erf, maar niet dat de verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende in de woning bevond. Als de officier dat vergeet ten laste te leggen, kan de rechter het feit wel bewezen verklaren, maar moet de rechter de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging omdat het bestanddeel 'wederrechtelijk' ontbreekt (Rechtbank Den Haag, 12 juli 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:9590 en zie ook de conclusie van de A-G mr. Harteveld, ECLI:NL:PHR:2015:425).