Diefstal – Diefstal-advocaat.nl https://01-diefstal-advocaat.nl Alles over diefstal Sun, 22 Apr 2018 09:01:25 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.7 Verschil diefstal en oplichting https://01-diefstal-advocaat.nl/verschil-diefstal-en-oplichting/ https://01-diefstal-advocaat.nl/verschil-diefstal-en-oplichting/#respond Sun, 22 Apr 2018 09:01:25 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1509 Voor een veroordeling ter zake van oplichting in de zin van art. 326 Sr is vereist dat iemand wordt bewogen – voor zover hier relevant – tot de afgifte van enig goed. De strafbare handeling is gelegen in het de ander bewegen tot de afgifte van enig goed. Mede daarin onderscheidt oplichting zich van verduistering en diefstal. Voor strafbaarheid is de daadwerkelijke afgifte van het goed vereist. Daarbij moet het goed uit de beschikkingsmacht van de ander geraken (zie bijv. HR 13 juni 1995, NJ 1995/635, bij afpersing) Daarbij komt dat de ander tot afgifte moet zijn bewogen door één van de in de delictsomschrijving geformuleerde oplichtingsmiddelen.

Het bestanddeel ‘afgifte’ wordt in de rechtspraak ruim uitgelegd. Ook het toelaten dat een goed wordt weggenomen kan in voorkomende gevallen als afgifte worden aangemerkt. Hierdoor ontstaat ruimte voor de rechter om de bewezen verklaarde gedraging ofwel als afgifte in de zin van art. 326 Sr ofwel als wegnemen als bedoeld in art. 310 Sr aan te merken.  Te wijzen valt in dit verband onder meer op HR 19 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1251, NJ 2015/259. De verdachte in deze zaak had een valse kopie van een zogenaamde ‘toestemming tot wegvoering’ getoond aan medewerkers van de containerterminal in de haven van Rotterdam. Daarop had hij vier zeecontainers meegekregen. Hij werd veroordeeld voor diefstal. In cassatie werd geklaagd dat de aan de verdachte verweten gedraging niet kon worden aangemerkt als ‘wegnemen’ in de zin van art. 310 Sr. De Hoge Raad overwoog dat het hof had vastgesteld dat de verdachte door middel van het gebruik van een valse kopie van een ‘toestemming tot wegvoering’ de in de bewezenverklaring genoemde goederen uit de macht van de rechthebbende had gehaald en dat het hof klaarblijkelijk had geoordeeld dat de verdachte zich aldus een zodanige feitelijke heerschappij over die goederen had verschaft dat sprake was van wegneming in de zin van art. 310 Sr. Dat oordeel gaf volgens de Hoge Raad geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en was naar de eis der wet met redenen omkleed. De omstandigheid dat de verdachte ook ter zake van oplichting had kunnen worden vervolgd, maakte dit volgens de Hoge Raad niet anders (Vgl. HR 2 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH5232, NJ 2009/281. Zie ook HR 20 december 1988, NJ 1989/683, HR 28 januari 1992, NJ 1992/382 en HR 17 mei 1994, NJ 1995/46).

]]>
https://01-diefstal-advocaat.nl/verschil-diefstal-en-oplichting/feed/ 0
Pinnen van rekening met gestolen bankpas levert diefstal door middel van valse sleutel op https://01-diefstal-advocaat.nl/pinnen-rekening-gestolen-bankpas-levert-diefstal-middel-valse-sleutel-op/ https://01-diefstal-advocaat.nl/pinnen-rekening-gestolen-bankpas-levert-diefstal-middel-valse-sleutel-op/#respond Fri, 10 Nov 2017 16:36:06 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1363 Het pinnen van geld bij een geldautomaat met een gestolen bankpas levert diefstal door middel van een valse sleutel op. Dat blijkt uit de jurisprudentie. Een andere situatie is het wanneer met die bankpas betalingen in een winkel worden gedaan, terwijl de verdachte het geld niet zelf in handen krijgt. Het is de vraag of dit diefstal kan opleveren. 

Pinnen geld met gestolen bankpas bij geldautomaat

Verdachte heeft in een klaslokaal de bankpas uit de tas van een klasgenote gestolen. Vervolgens heeft hij met die pas tweemaal geld gepind:
“hij op 10 november 2010 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, meermalen heeft weggenomen een geldbedrag tot – in totaal – 140 euro, toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte telkens het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.” (Gerechtshof Leeuwarden,14 oktober 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BT8755).

]]>
https://01-diefstal-advocaat.nl/pinnen-rekening-gestolen-bankpas-levert-diefstal-middel-valse-sleutel-op/feed/ 0
Goederen meenemen als onderpand is vaak we diefstal https://01-diefstal-advocaat.nl/goederen-meenemen-als-onderpand-is-vaak-we-diefstal/ https://01-diefstal-advocaat.nl/goederen-meenemen-als-onderpand-is-vaak-we-diefstal/#respond Fri, 17 Feb 2017 21:42:04 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1331 Een verhuurder die de huisraad meeneemt als onderpand, voordat de huurovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd, maakt zich schuldig aan diefstal, zelfs als de verhuurder niet de bedoeling had om die goederen te houden maar later aan de huurder terug te geven (HR 26 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1426).

Casus

Aangever huurt op basis van een huurcontract tijdelijk een huisje van verzoeker van 22 april 2009 tot 22 april 2010. Op 1 september 2009 vervangt verzoeker het slot van het verhuurde en ontzegt hij aangever verdere toegang tot de woning. Vervolgens neemt verzoeker huisraad van [betrokkene] mee, waaronder een doos met fotoalbums, administratie en een zak met wasgoed. De zak met wasgoed heeft hij weggegooid, waarom is niet duidelijk. Over de fotoboeken, administratie en andere persoonlijke dingen verklaart [betrokkene] dat verzoeker deze onder zich hield onder het mom van recht van retentie.

Juridisch kader wederrechtelijke toe-eigening

De situatie waarin een verhuurder huisraad van een huurder wegneemt met het doel deze voorwerpen als drukmiddel tot betaling van een huurachterstand te gebruiken is niet uniek. In 19681 oordeelde de Hoge Raad over een zaak waarin de verhuurder een transistorradio van de huurder had weggenomen en achter slot in een kast had opgeborgen. De bedoeling van de verhuurder was de transistorradio net zo lang onder zich te houden totdat de huurschuld door de huurder was betaald. Ook toen werd de vraag opgeworpen of het bewezenverklaarde oogmerk uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kon volgen.2 De wnd. A-G Kist beantwoordde in zijn conclusie die vraag bevestigend, nu het oogmerk was gericht op het tijdelijk beschikken over de transistorradio en kennelijk ook op de verkoop daarvan ingeval niet tot betaling zou worden overgegaan. De Hoge Raad oordeelde echter dat de in de bewijsmiddelen vervatte feiten en omstandigheden onvoldoende waren om daaruit te kunnen afleiden dat de verhuurder de radio had weggenomen met het oogmerk om het zich toe te eigenen.

Anders oordeelde HR 14 mei 1996, no 102.339, DD 96.304 in een soortgelijke zaak: wegens een huurschuld van de huurder had de verhuurder een grote hoeveelheid huisraad weggenomen en in een loods ondergebracht, met de bedoeling deze spullen pas na betaling aan de huurder terug te geven. De Hoge Raad overwoog dat uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen3, in het bijzonder de verklaring van de verdachte, kon worden afgeleid dat de verdachte de goederen had weggenomen met de bedoeling daarvan een zodanig gebruik te maken dat dit kon worden beschouwd als wegnemen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in de zin van art. 310 Sr. Uit de aan het arrest voorafgaande conclusie van de toenmalige A-G Fokkens blijkt dat de verdachte in die zaak de complete inboedel had weggenomen en hij deze inboedel negen maanden later nog steeds in een loods opgeslagen had.

In de hiervoor aangehaalde conclusie wordt nog gewezen op een arrest van de Hoge Raad uit 1986.4 Wegens een huurachterstand was de boekvoorraad van een failliete boekhandel door de verhuurder weggenomen teneinde zichzelf met de opbrengst uit de verkoop daarvan schadeloos te stellen. Ook dit leverde volgens de Hoge Raad oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening op, waarbij in aanmerking werd genomen dat de verdachte weigerde aan de curator te vertellen waar hij de boekenvoorraad naartoe had gebracht.

Het oordeel of is gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een zaak als de onderhavige, lijkt, gelet op het bovenstaande, sterk afhankelijk van de bijzondere omstandigheden van het geval, waarbij kan worden gedacht aan de aard van de voorwerpen die door de verhuurder zijn meegenomen, de door de verhuurder afgelegde verklaring en zijn gedragingen nadien.

Het kennelijke voornemen om (behoudens de zak met wasgoed) de goederen aan [betrokkene] terug te geven staat aan het aannemen van het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening niet in de weg. Ook het tijdelijk als heer en meester over andermans goed beschikken kan als toe-eigening in de zin van art. 310 Sr worden aangemerkt (HR 22 mei 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8531, NJ 1990/784, HR 18 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC8977, NJ 1992/517. Zie ook Noyon-Langemeijer-Remmelink, Het Wetboek van Strafrecht, aant. 6 bij art. 310 (bijgewerkt tot 1-8-2007).

Onderpand als drukmiddel

De fotoboeken, administratie en wasgoed hebben in het economisch verkeer geen werkelijke waarde. Hieruit kan worden afgeleid dat verdachte deze voorwerpen niet wilde gebruiken om zich door verkoop schadeloos te stellen. Dat zou immers niets tot weinig opleveren. Het wegnemen van de voorwerpen, die wel een persoonlijke en wat de foto’s en fotoboeken betreft misschien ook wel een emotionele waarde voor aangever vertegenwoordigden, dienden kennelijk enkel als drukmiddel. Daarin is een bevestiging te vinden van de verklaring van aangever dat verdachte voornemens was de spullen pas aan aangever wilde teruggeven wanneer zij haar huurschuld had voldaan. Voor de volledigheid merk ik op dat dit ten aanzien van de zak met wasgoed anders ligt. Met het weggooien daarvan heeft verzoeker er blijk van gegeven deze zak niet te willen teruggeven.

Geen retentierecht

De verdachte beschikte niet over een rechtsgeldig retentierecht als bedoeld in art. 3:290 e.v. BW, zoals het Hof in de nadere bewijsoverweging terecht heeft overwogen, nu verzoeker met een valse sleutel andermans huis is binnengetreden.6 Uitgangspunt dient immers te zijn dat een retentierecht niet met succes kan worden ingeroepen indien de betreffende persoon zich op onrechtmatige wijze de macht over dit voorwerp heeft verschaft. Ter illustratie van een onrechtmatige machtsverschaffing kan het volgende geval dienen. Een garagehouder kan, wanneer de betaling voor de reparatie van een auto achterwege blijft, de gerepareerde auto in beginsel onder zich houden totdat de eigenaar van de auto zijn schuld voldoet. Dat betekent niet dat als de garagehouder de auto reeds heeft teruggegeven, hij bij wanbetaling gerechtigd is om de auto – al dan niet met behulp van een valse sleutel – zonder medeweten van de eigenaar voor de deur van diens woning weg te halen om op die manier zijn ‘retentierecht’ – wat het niet is – uit te oefenen.

 

 

]]>
https://01-diefstal-advocaat.nl/goederen-meenemen-als-onderpand-is-vaak-we-diefstal/feed/ 0
Diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning of besloten erf waarop woning staat https://01-diefstal-advocaat.nl/diefstal-gedurende-de-voor-de-nachtrust-bestemde-tijd-in-een-woning-of-besloten-erf-waarop-woning-staat/ https://01-diefstal-advocaat.nl/diefstal-gedurende-de-voor-de-nachtrust-bestemde-tijd-in-een-woning-of-besloten-erf-waarop-woning-staat/#respond Sun, 12 Feb 2017 23:37:36 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1291

In artikel 311 lid 1 sub c Sr. is strafbaar gesteld:
"diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt".
Deze vorm van diefstal wordt aangeduid als een gekwalificeerde diefstal en kent een hogere straf dan de eenvoudige diefstal, te weten een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar. 

Wanneer de diefstal ook nog eens door twee of meer personen wordt gepleegd (in vereniging) en/of er sprake is van braak, verbreking, inklimming of het gebruik van een valse sleutel, bedraagt de maximale gevangenisstraf zelfs 9 jaren!

Van deze vorm van gekwalificeerde diefstal is uitsluitend sprake indien de diefstal niet alleen plaatsvindt gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, maar deze ook in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich daar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, wordt uitgevoerd.

Gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd

Of er sprake is van voor de nachtrust bestemde tijd moet worden verstaan, zal steeds afhangen van de plaatselijke omstandigheden. Het is niet van belang of de bewoner van de woning zelf op dat moment pleegt te slapen. 
In het algemeen wordt wel de tijd tussen 22:00 uur en 07:00 uur aangehouden.

Woning of besloten erf waarop woning staat

Een woning is de plaats waar de mens feitelijk zijn privéleven leidt en die hij van de buitenwereld afsluit. Het moet een bewoonde woning zijn, in die zin dat de woning zelf in gebruik is. Niet is vereist dat de bewoner op het moment van de diefstal ook zelf thuis is. 
Onder een woning wordt ook verstaan:

  • Een woonwagen,
  • Een woonschip 
  • Een camper

Voorwaarde is wel dat het gaan om woningen of bewoonbare vervoersmiddelen, voor permanent verblijf.

Tenlastelegging buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende

Regelmatig komt het voor dat de officier van justitie wel in de tenlastelegging opneemt dat de diefstal plaatsvond gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning of op een besloten erf, maar niet dat de verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende in de woning bevond. Als de officier dat vergeet ten laste te leggen, kan de rechter het feit wel bewezen verklaren, maar moet de rechter de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging omdat het bestanddeel 'wederrechtelijk' ontbreekt (Rechtbank Den Haag, 12 juli 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:9590 en zie ook de conclusie van de A-G mr. Harteveld, ECLI:NL:PHR:2015:425).

]]>
https://01-diefstal-advocaat.nl/diefstal-gedurende-de-voor-de-nachtrust-bestemde-tijd-in-een-woning-of-besloten-erf-waarop-woning-staat/feed/ 0
Wanneer poging diefstal https://01-diefstal-advocaat.nl/wanneer-poging-diefstal/ https://01-diefstal-advocaat.nl/wanneer-poging-diefstal/#respond Sat, 11 Feb 2017 23:31:00 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1217 https://01-diefstal-advocaat.nl/wanneer-poging-diefstal/feed/ 0 Tanken priveauto met tankpas werkgever – diefstal of verduistering https://01-diefstal-advocaat.nl/tanken-priveauto-met-tankpas-werkgever-levert-diefstal-met-valse-sleutel-op/ https://01-diefstal-advocaat.nl/tanken-priveauto-met-tankpas-werkgever-levert-diefstal-met-valse-sleutel-op/#respond Fri, 10 Feb 2017 21:10:28 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1125 Het tanken met de tankpas van de werkgever is uiteraard toegestaan voor zover daarmee wordt getankt voor de zakelijke auto van de werkgever, maar niet voor een privéauto. Als de werknemer dat toch doet, dan levert dat verduistering op. Wanneer de tankpas echter niet door de werkgever was verstrekt, maar de werknemer die heeft gevonden of gestolen en vervolgens heeft getankt, levert dat een diefstal van geld met behulp van een valse sleutel op, zie LJN: BM6893, Gerechtshof Amsterdam, 20 april 2010

]]>
https://01-diefstal-advocaat.nl/tanken-priveauto-met-tankpas-werkgever-levert-diefstal-met-valse-sleutel-op/feed/ 0
Diefstal elektriciteit pas bij daadwerkelijk verbruik https://01-diefstal-advocaat.nl/diefstal-elektriciteit-pas-bij-daadwerkelijk-verbruik/ https://01-diefstal-advocaat.nl/diefstal-elektriciteit-pas-bij-daadwerkelijk-verbruik/#respond Sun, 05 Feb 2017 23:16:07 +0000 https://01-diefstal-advocaat.nl/?p=1080 Er is pas sprake van diefstal van elektriciteit en gas i.d.z.v. van art. 310 Sr door het verbruik daarvan door apparaten en installaties die zijn aangesloten op het elektriciteitsnet respectievelijk het gasnet. Het enkele aansluiten van een afgesloten elektriciteits- en gasvoorziening kan niet als het wegnemen van elektriciteit en gas i.d.z.v. art. 310 Sr worden aangemerkt (HR 24 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3361).

HR: daadwerkelijk verbruik vereist voor voltooide diefstal

Onder ‘wegnemen’ als bedoeld in art. 310 Sr moet worden verstaan het zich verschaffen van de feitelijke heerschappij over het goed dan wel het aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende onttrekken van dat goed (vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2627, NJ 2013/159, rov. 2.3).

2.6.

Elektriciteit en gas worden eerst weggenomen – in de onder 2.5 omschreven betekenis – door het verbruiken ervan door de in de woning aanwezige apparaten en installaties die zijn aangesloten op het elektriciteitsnet respectievelijk op het gasnet.

De in 2.4 weergegeven overwegingen, waarin als oordeel van het Hof besloten ligt dat het enkele aansluiten van een afgesloten elektriciteits- en gasvoorziening als wegnemen in de zin van art. 310 Sr van elektriciteit en gas kan worden aangemerkt, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het middel klaagt daarover terecht.

]]>
https://01-diefstal-advocaat.nl/diefstal-elektriciteit-pas-bij-daadwerkelijk-verbruik/feed/ 0