Verkoop van geleasde auto is geen verduistering
LJN: BL9963, Rechtbank Rotterdam, 2 april 2010
Aannemende dat op elk van de auto’s ten tijde van de verkoop daarvan door de VOF een rechtsgeldig stil pandrecht is gevestigd – aan de hand van de stukken in het dossier is niet steeds na te gaan of, en zo ja wanneer de desbetreffende onderhandse akte is geregistreerd conform het bepaalde in artikel 3:237 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek – is met de vestiging van dat pandrecht de betreffende auto niet (mede) gaan toebehoren aan de leasemaatschappij. De auto was en bleef op dat moment immers eigendom van de VOF. Het stille pandrecht verschafte de leasemaatschappij in beginsel niet meer, dan het recht bij onbetaald blijven van haar vorderingen, of een gegronde vrees daarvoor, afgifte van de auto te eisen en voorts, in voorkomend geval, het recht verhaal te zoeken voor onbetaalde vorderingen. Verkoop van een verpande zaak door de pandgever doet het pandrecht niet tenietgaan. Het verhaalsrecht wordt met die verkoop mogelijk wel gefrustreerd, maar daarop ziet het bepaalde in artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht niet.
< Terug naar Verduistering