Wanneer poging diefstal
Voor een veroordeling ter zake van (voltooide) diefstal van een aan een ander toebehorend goed – een en ander als bedoeld in art. 310 Sr – is onder meer vereist dat de dader zich een zodanige feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit zodanig aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken dat de wegneming van het goed als voltooid kan gelden (HR 13 december 1977, NJ 1978, 593) of – positief geformuleerd – het goed (van andermans) onder zijn feitelijke heerschappij hebben gebracht.(HR 7 oktober 1980, NJ 1981, 80)
Klaarzetten van de buit
Het klaarzetten van de buit kan niet te snel worden opgevat als een voltooide diefstal. Meestal blijft het dan nog bij een poging tot diefstal, zie bijv.
- Van voltooide diefstal was geen sprake toen pakken en potten koffie uit de schappen van een supermarkt in karretjes waren geladen en bij de uitgang van de winkel waren klaargezet.(HR 7 oktober 1980, NJ 1981, 80)
- Tot zodanige heerschappij was het nog niet gekomen toen de verdachten werden betrapt bij het gooien van zakken meel van het dak van een meelfabriek (HR 23 november 1942, NJ 1943, 43),
- toen – onder het spiedend oog van de politie – een kofferbak van een auto was opengebroken, de te stelen koffer daar uit was genomen maar de verdachten daarop onmiddellijk werden aangehouden ( HR 2 juli 1984, NJ 1985, 93),
- en toen een verdachte met bij zich gestoken goederen werd betrapt op het dak van de woning waarin hij had ingebroken (HR 9 juni 1992, 91.806).
In (broek)zak stoppen
Over het algemeen wordt de diefstal als voltooid beschouwd wanneer de goederen in de broekzak of een gewone zak zijn geplaatst. Dit zie je met name bij de verdenking van winkeldiefstal.
Wel voltooide diefstal:
- Wel was er sprake van een voltooide diefstal toen de verdachte bij de inbraak in een woning vingerringen, een dasspeld en gouden hangers in zijn broekzak had gedaan, op heterdaad werd betrapt, zich aanvankelijk buiten met (bedreiging met) geweld heeft weten te onttrekken aan personen die hem wilden beletten te vluchten, en uiteindelijk toch werd aangehouden.(HR 11 januari 2000, LJN AA4244, NJ 2000, 588)
- De kledingstukken werden opgeborgen in de koffer en daardoor feitelijk aan de macht en heerschappij van de rechthebbende onttrokken. Hierin ligt besloten dat het goed werd weggenomen in de zin van art. 310 Sr (HR 6 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3279).
In een laadruimte of auto stoppen
Wanneer de goederen door de verdachte al in de laadruimte of een tas zijn gedaan, wordt dit gezien als een voltooide diefstal
Wel voltooide diefstal:
- de verdachte had de zaagmachine en een hoeveelheid kabel, voorwerpen die te groot zijn om in kleding te verstoppen, op een bouwterrein, waarvan het toegangshek geopend was, in een daartoe door hem meegenomen vrachtauto geplaatst. Terwijl de vrachtauto nog op het bouwterrein stond waarop de zaagmachine en de hoeveelheid kabel zich al bevonden voordat deze werden ingeladen, werd verdachte – kennelijk buiten het bouwterrein – aangehouden toen hij wegrende (HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2627).
Terugleggen van gestolen goed heeft geen invloed
De wegneming kan reeds in de winkel zijn voltooid, zodat na de voltooiing verrichte handelingen – zoals het terugplaatsen in de schappen of het achterlaten van de tas – voor de vraag of er sprake is van wegneming geen rol hoeven te spelen. Uit het geheel van gedragingen, het verwijderen van de prijskaartjes, het verstoppen van deze prijskaartjes in haar panty en het voor de buitenwereld onzichtbaar stoppen van de kleding in een plastic tas, die vervolgens weer in een andere tas werd gestopt en op een andere afdeling van het warenhuis is achtergelaten, heeft het Hof kunnen afleiden dat de wegneming in de zin van art. 310 Sr reeds was voltooid voordat verdachte de winkel – zonder tas – verliet (HR 29 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM4331).